Onderzoek bewijst: leesgedrag en leesvaardigheid versterken elkaar

We schreven het al in ons manifest: als je meer leest word je beter in lezen en als je ergens goed in bent dan doe je het ook graag. Lezen is niet alleen een leuke bezigheid, maar het heeft ook een positieve invloed op onze taal- en leesvaardigheid.

Dit blijkt uit twee recente meta-analyses van internationale studies. Het verband tussen leesgedrag en leesvaardigheid blijkt positief te zijn en naarmate kinderen ouder worden, wordt dit verband sterker. Mensen die vaak boeken lezen, zien hun leesvaardigheid stijgen en worden daardoor weer gestimuleerd om vaker te gaan lezen. Het leesgedrag en de leesvaardigheid versterken elkaar dus over en weer.

Uit de eerste meta-analyse blijkt dat het lezen van boeken verklaart dat peuters en kleuters 12% van hun woordenschat opbouwen, basisscholieren in de middenbouw 13%, basisscholieren in de bovenbouw en middelbare scholieren in de onderbouw 19%, middelbare scholieren in de hogere klassen 30% en studenten op hogeschool en universiteit 34%. Ook de percentages voor leesbegrip nemen toe gedurende de levensloop, zij het in minder sterke mate. Het verband tussen leesgedrag en leesvaardigheid geldt vooral voor woordenschat en leesbegrip.

De tweede meta-analyse, die tussen 2009 en 2022 is uitgevoerd, toont aan dat de ervaring met lezen nog steeds positief samenhangt met de taal- en leesvaardigheid. Het verband tussen leesgedrag en woordenschat is bij peuters en kleuters het sterkst en bij basis- en middelbare scholieren is het verband tussen leesgedrag en leesbegrip het sterkst. Het leesplezier blijkt ook een positieve invloed te hebben op de taal- en leesvaardigheid.

De vraag is nu welk effect sterker is: het effect van leesgedrag op leesvaardigheid of het effect van leesvaardigheid op leesgedrag. Uit onderzoek blijkt dat leesvaardigheid vooral het leesgedrag beïnvloedt bij beginnende lezers in groep 3, 4 en 5. Daarna beïnvloedt het leesgedrag ook de leesvaardigheid tot ten minste 15-jarige leeftijd. Dit suggereert dat het leesgedrag de leesvaardigheid begint te stimuleren op het moment dat kinderen een basisniveau van leesvaardigheid beheersen.

We kunnen dus stellen dat lezen niet alleen een leuke bezigheid is, maar ook een positieve invloed heeft op onze taal- en leesvaardigheid. Het leesgedrag en de leesvaardigheid versterken elkaar over en weer, wat leidt tot een positieve spiraal. Wat we eigenlijk al wisten is daarmee maar weer eens bewezen: het is belangrijk om kinderen al op jonge leeftijd te stimuleren om te gaan lezen en zo hun taal- en leesvaardigheid te ontwikkelen.



Vorige
Vorige

De vrijheid voor leerlingen om eigen keuzes te maken

Volgende
Volgende

Boek voor Nederlands: een uitkomst voor leerlingen én leraren