Op de Alan Turing school doen ze niet aan begrijpend lezen

Overal in de Alan Turing school in Amsterdam zie je boeken. Of het nu in de lichte hal is, in de gangen, in de lokalen, op de tafeltjes van de leerlingen of in hun laatjes, boeken zijn een integraal onderdeel van het onderwijs op deze basisschool. De school, opgericht in 2016 door Eva Naaijkens en Martin Bootsma, is vernoemd naar de beroemde Britse wiskundige en informaticus Alan Turing, die bekend staat om zijn baanbrekende werk op het gebied van kunstmatige intelligentie en zijn rol in het kraken van de Duitse Enigma-code tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Wat meteen opvalt bij een bezoek aan de Alan Turing school is de rust. Ondanks dat er 234 leerlingen zijn, werken ze geconcentreerd in de lokalen en zijn zelfs op de gangen stil. Dit komt omdat alles draait om lezen op deze school. Eva Naaijkens en Martin Bootsma waren vastbesloten om zonder traditionele lesboeken voor begrijpend lezen te werken. In plaats daarvan ontwierpen ze hun eigen methode van thematisch onderwijs op basis van rijke teksten. Door teksten te lezen in samenhang met geschiedenis, natuurkunde of aardrijkskunde (wat zij "wereldoriëntatie" noemen), vermijden ze de willekeur van oefeningen in begrijpend lezen.

Vandaag zitten de leerlingen van groep 8 in het thema ‘bomen’. Op tafels in het lokaal liggen allerlei aantrekkelijke boeken, zoals de kinderversie van Het verborgen leven van bomen van Peter Wohlleben en ook het filosofische De eik was hier van Bibi Dumon Tak. ‘Via boeken leren kinderen de wereld kennen’, zegt Bootsma. ‘Ook moeilijke thema’s behandelen we aan de hand van een mooi boek.’ Lezen gaat op de school op Wittenburg, een wijk met veel jeugdcriminaliteit die hoog scoort op de ‘verloederingsindex’ van de gemeente Amsterdam, hand in hand met wereldburgerschap. Zo lezen de leerlingen onder meer De duik van Sjoerd Kuyper, een prachtig geïllustreerd en spannend boek over het koloniale verleden van Curaçao, en George van Alex Gino over een transseksueel kind. In totaal worden er per groep jaarlijks vijf boeken gezamenlijk gelezen, die in hoge stapels in de kasten klaarliggen.

Het vele lezen op hoog niveau heeft de Alan Turingschool het predicaat ‘excellente school’ van het ministerie van Onderwijs opgeleverd, en een bezoekje van minister Dennis Wiersma die in posts op sociale media de didactiek van de school roemt.

De wereld leren kennen aan de hand van mooie boeken

De leerlingen op de Alan Turing school worden gestimuleerd om te lezen via boeken die hen helpen de wereld te begrijpen. Moeilijke thema's worden behandeld aan de hand van mooie boeken. Behalve het maken van aantekeningen over de thema’s uit de verhalen schrijven de leerlingen ook zinnen op die ze mooi vinden. ‘Zelfs de stilte luisterde’, noteert een leerling uit groep 6 uit Daantje, de wereldkampioen van Roald Dahl. De literaire gesprekken over de verhalen gaan op deze school ook de diepte in. Is de vader van Daantje nu een dief, omdat hij de fazanten steelt? Waarom niet? ‘Die vader van Daantje doet stoute dingen en toch houd je van ’m’, zegt Ramona over Daantje’s vader.

Over George, die als Melissa door het leven gaat, zegt Abdullah: ‘Meester, ik begrijp het en ik kan me ook voorstellen hoe George zich voelt, maar in onze cultuur is dit onbespreekbaar.’ Uit de betrokken reacties van de leerlingen blijkt dat hier het hete hangijzer van het door de overheid verplichte curriculumonderdeel ‘burgerschap’ terloops wordt aangeleerd door in het gesprek de verbanden te leggen tussen het verhaal, het eigen leven van de leerlingen en de maatschappij.

Daantje of De brief voor de koning in groep 6, is dat niet wat veeleisend voor deze doelgroep, die immers thuis niet altijd gewend is te lezen? Volgens Bootsma is dat goed te doen als de school het jaar voor jaar opbouwt. ‘Als je lezen echt wil bevorderen is het belangrijk om bij de belangstelling aan te sluiten en steeds een boek te kiezen dat net een iets hoger niveau heeft dan het vorige.’

Dat betekent dat je de leerlingen goed moet kennen. Zo loopt er bij Bootsma regelmatig een leerling uit groep 5 binnen die hij een boek uit de kast in het lokaal van groep 8 aanreikt. Bovendien moet de leraar zelf belezen zijn. Dat is minder moeilijk te bereiken dan het lijkt: één degelijk kinderboek per week maakt al een belezen leraar.

Leesonderwijs dient centraal te staan

Is dit leesonderwijs haalbaar voor iedere school? Volgens Bootsma wel, maar alleen als de directie en het hele team erachter staan: ‘Goed leesonderwijs geven is geen kwestie van een enkele leuke lessenserie of een uitbreiding van de boekencollectie; het moet in het hele curriculum zijn verweven.’

In de ogen van veel onderwijsbestuurders en -adviseurs is dit kennisgerichte onderwijs ouderwets. Veel mensen (vooral degenen die zelf niet voor de klas staan) menen dat de 21ste eeuw eerder behoefte heeft aan ondernemerschap en aan digitaal vaardige werknemers dan aan kennis die je ook op internet kunt opzoeken. Veel onderwijsinnovators pleiten daarom voor projectgestuurd onderwijs waarin leerlingen bijvoorbeeld samen een probleem oplossen. Ze moeten dan zelfstandig kennis verwerven via digitale bronnen, discussiëren, onderzoeken, formuleren en rapporteren.

Maar inmiddels is duidelijk dat het denken zelf samenhangt met goed lezen. Dat zien degenen die deze werkvormen propageren over het hoofd. Digitale behendigheid komt dus ná geletterdheid, niet in de plaats daarvan. Wat ze ook negeren is het feit dat leerlingen eerst kennis moeten vergaren voordat ze problemen kunnen oplossen. ‘Vlinders die vergeten dat ze ooit rups zijn geweest’, noemt emeritus hoogleraar onderwijspsychologie Paul Kirschner deze categorie vernieuwers.


Lees het hele artikel op de Groene Amsterdammer met nog veel meer ideeën over de leescrisis.

Vorige
Vorige

Onderzoek bewijst: baby’s houden van boeken

Volgende
Volgende

Opinie: ‘De Donald Duck heeft een hoger taalniveau dan de gemiddelde leerstof voor groep 7’