Eerste Babytour in Dordrecht: Een Bijzondere Belevenis bij het Nationaal Onderwijsmuseum

Onlangs schreven we al: baby’s houden van boeken. Op woensdag 14 juni 2023 organiseert het Nationaal Onderwijsmuseum de eerste babytour in Dordrecht. Tijdens deze bijzondere tour, genaamd Kiekeboe baby, worden alle zintuigen van baby's geprikkeld. Ouders en hun baby's leren samen over het belang van communicatie en taalverwerving op jonge leeftijd.

Het Nationaal Onderwijsmuseum wil ouders bewust maken van het belang van taal voor baby’s en hen helpen bij het stimuleren van taalverwerving. De babytour is een unieke kans voor ouders met een baby tussen de 9 en 15 maanden oud om op een leuke en laagdrempelige manier samen bezig te zijn met taal en communicatie.

Het Onderwijsmuseum biedt tijdens de babytour een speciale ervaring in het Letterbos, onderdeel van de tentoonstelling "boom, roos, vis" over lezen en leesplezier. De baby's worden voorgelezen, mogen zeepbellen vangen en verstoppertje spelen met dieren. Maar de babytour draait niet alleen om de baby's. Ouders staan centraal en krijgen handvatten om met hun baby te communiceren en de taalverwerving te stimuleren. Het is een geweldige gelegenheid om op een interactieve manier bezig te zijn met taal en tegelijkertijd een sterke band op te bouwen met de baby.

De babytour is een initiatief dat aansluit bij de groeiende interesse in taalverwerving bij jonge kinderen. Het Nationaal Onderwijsmuseum werkt samen met de Gemeente Dordrecht en de Number5foundation om een goede taalverwerving bij alle jonge kinderen te bevorderen.


De eerste babytour biedt plaats aan acht ouders en hun baby's tussen de 9 en 15 maanden oud. Het Nationaal Onderwijsmuseum nodigt ouders met baby's van die leeftijd uit om deel te nemen. Als u interesse heeft, kunt u een e-mail sturen naar m.blijdorp@onderwijsmuseum.nl. Dit is een unieke kans om op een speelse en educatieve manier samen met uw baby de magie van taal te ontdekken.

Vorige
Vorige

De Kracht van Keuze: Indelingen van Kinderboeken

Volgende
Volgende

Hoe het taalonderwijs weer tot bloei kan komen: inzichten van de Visiegroep Buurtalen