Digitale prentenboeken in de kinderopvang: Een verrijkende mix van scherm en papier

Uit een onderzoek van de Erasmus Universiteit Rotterdam, uitgevoerd in opdracht van Stichting Lezen en de Koninklijke Bibliotheek, blijkt dat vier op de tien kinderopvanginstellingen digitale prentenboeken aanbieden. Dit gebeurt vrijwel altijd naast de traditionele papieren versies.

Pedagogisch medewerkers en locatiemanagers zijn van mening dat digitale prentenboeken een kwalitatief hoogwaardige keuze zijn wanneer kinderen activiteiten op schermpjes aangeboden krijgen. Ze beschouwen digitale prentenboeken als een waardevolle aanvulling op de papieren varianten.

Belangrijke bevindingen uit het onderzoek
Het onderzoek toont aan dat digitale prentenboeken vooral populair zijn vanwege hun bijdrage aan de taalontwikkeling en het leesplezier van kinderen. Pedagogisch medewerkers gebruiken digitale prentenboeken vaak ter ondersteuning van het voorlezen van papieren prentenboeken. Herhaling helpt bij het beklijven van het taalaanbod. Hoewel driekwart van de pedagogisch medewerkers positief is over digitale prentenboeken, geeft negen op de tien aan vaker papieren prentenboeken te gebruiken. Dit komt doordat ze het schermgebruik op jonge leeftijd willen beperken en geloven dat papieren prentenboeken op latere leeftijd een positiever effect hebben op de leesmotivatie.

Nog altijd voorkeur voor papier
Een belangrijke reden voor de voorkeur voor papier is het gebrek aan interactie bij het voorlezen van digitale prentenboeken. Zeven op de tien pedagogisch medewerkers ervaren minder interactie met kinderen bij digitale prentenboeken, voornamelijk vanwege het tijdelijk stoppen van het afspelen van het boek. Het kiezen van geschikte pauzemomenten blijkt lastig, omdat ze de concentratie en betrokkenheid van kinderen in het verhaal niet willen verstoren.

Het onderzoek benadrukt dat digitale prentenboeken zich onderscheiden van andere activiteiten met digitale media vanwege de bewezen positieve effecten op woordenschat en tekstbegrip. Pedagogisch medewerkers gebruiken digitale prentenboeken voornamelijk vanaf de leeftijd van 2 jaar, in overeenstemming met adviezen van de Wereldgezondheidsorganisatie en het leesbevorderingsprogramma BoekStart in de kinderopvang.

Toekomstig onderzoek en conclusie
Het aanbieden van digitale prentenboeken in de kinderopvang gebeurt vaak op groepsniveau, bij acht op de tien instellingen. De onderzoekers zijn van plan om in de komende jaren verder onderzoek te doen naar de effectiviteit van voorlezen aan een groep kinderen in vergelijking met individueel voorlezen. Ze willen ook de relatie en interactie tussen papieren en digitale prentenboeken nader onderzoeken, om te bepalen of ze elkaar kunnen versterken.

Het onderzoek toont aan dat digitale prentenboeken een waardevolle toevoeging zijn aan het aanbod in kinderopvanginstellingen. Door het combineren van papieren en digitale prentenboeken kunnen pedagogisch medewerkers de taalontwikkeling en het leesplezier van kinderen bevorderen. Dit onderstreept het belang van een gebalanceerde benadering van zowel digitale als traditionele leeservaringen in de kinderopvang.

Vorige
Vorige

Onder de sterrenhemel: de beste boeken voor de tent op de camping

Volgende
Volgende

Leesbevordering in het Praktijkonderwijs: voorkom laaggeletterdheid