“Als we gaan zitten wachten op laagtaalvaardige ouders dan komen ze niet.”

Artikel origineel verschenen op bibliotheeknetwerk.nl met als titel: "‘Het begint met interactie, dat boek komt wel.” Interview door Karlijn Broekhuizen.

De Rotterdamse bibliotheek weet het al langer: als we in de bibliotheek met een activiteit gaan zitten wachten op laagtaalvaardige ouders, komen ze niet. Met de subsidie van het project Kwaliteitsimpuls laagtaalvaardige ouders van de KB besloot de Rotterdamse Bibliotheek het programma de VoorleesExpress uit te bouwen door ook de ouders actief te betrekken. Zoals dat bij een pilot gaat, waren er best wat hobbels te nemen. Maar de eerste succesverhalen zijn een feit.

Het programma de VoorleesExpress wordt in Rotterdam uitgevoerd door een externe partij, Stichting Mano. Winnie Hoogenboom, adviseur Onderwijs Bibliotheek Rotterdam: “Het programma heeft korte lijntjes: de leerkracht draagt gezinnen voor en de vrijwilligers van de VoorleesExpress komen op die manier achter de voordeur. Zo bereik je ouders die je anders niet in het vizier hebt.” Het landelijke programma is een succes, en onderzoeken wijzen uit dat de taalontwikkeling van kinderen toeneemt in de 20 weken dat de vrijwilliger komt voorlezen. Hoogenboom: “Maar we zien ook een daling als de vrijwilliger vertrekt. Daarom vonden we het niet meer dan logisch om met de subsidie het voorleesprogramma door te zetten. In de aanpak wilden we de ouders van de kinderen bij het voorlezen betrekken en ze verleiden naar de bibliotheek te komen. Gericht op de ouders, want kinderen besluiten dat niet zelf.”

Afbeelding eigendom van Bibliotheeknetwerk.nl

Tien gezinnen

Hoe hebben ze dat in Rotterdam aangepakt? “We hebben 3 professionals van de bibliotheek gekoppeld aan een vrijwilliger van de VoorleesExpress. Vorig jaar zijn we gestart met het selecteren van gezinnen in de wijk Schiebroek en Delfshaven.” Voor de pilot kozen Hoogenboom en haar collega’s voor de middenmootgroep, niet de moeilijkste gezinnen. Tijdens het selectieproces kwam de bibliotheek al de eerste uitdagingen tegen. Hoogenboom: “Niet ieder gezin was geschikt en sommige gezinnen woonden te ver weg. Of er was sprake van multiproblematiek: dan waren er zoveel zorgen die ouders belemmerden om naar de bibliotheek te gaan.” In samenspraak met stichting Mano en de vrijwilligers zijn uiteindelijk 10 gezinnen bereid gevonden om mee te werken.

Meer zelfvertrouwen

We hebben allemaal geleerd: je moet het persoonlijk, op basis van vertrouwen doen.

Op papier lag er een mooi plan. Kennismaken met ouders thuis, ze zelf laten voorlezen aan hun kinderen, ouders thuis vertellen over activiteiten in de bibliotheek en hen zo verleiden om te komen. Maar dat was in de praktijk best lastig. Hoogenboom: “Soms was het te vroeg voor een gezin wanneer er naast een vrijwilliger ook een bibliotheekmedewerker op de stoep stond. Daarnaast waren vrijwilligers niet altijd geïnformeerd over het project en onze aanwezigheid. En onze medewerkers waren op hun beurt in het begin wat afwachtend, hielden zich te sterk aan dat wat er op papier stond. Na een aantal gesprekken kregen de bibliotheekprofessionals meer zelfvertrouwen om pro-actiever te zijn en durfden ze meer van het plan af te wijken. We hebben allemaal geleerd: je moet het persoonlijk, op basis van vertrouwen doen.”

Niveau van ouders

Ga op het niveau van de ouders zitten. Ouders moeten het gevoel hebben ‘zo kan ik het ook.

"De activiteiten in de bibliotheek wilden we heel laagdrempelig houden. Taalspelletjes, een kopje koffie drinken, het gesprek aangaan: allemaal activiteiten in het kader van de basisvaardigheden. Voor onze bibliotheekmedewerkers die de activiteiten organiseerden was de uitdaging om de basisvaardigheden echt onder de aandacht te brengen. Een boekje mee helpen uitzoeken lukt altijd wel, maar hoe zet je die volgende stap? Zelf heb ik veel geleerd van docent-onderzoeker Martine van der Pluijm die vertelt hoe je in 7 stappen kunt omgaan met laagtaalvaardige ouders. We hebben als bibliotheekmedewerkers vaak de neiging om het meest literaire prentenboek mee te nemen, en op ons allerbest voor te lezen. Maar het advies van Martine is ‘ga op het niveau van de ouders zitten. Neem bijvoorbeeld een peuterboek mee voor kleuters’. Ouders moeten het gevoel hebben ‘zo kan ik het ook’."


Leestip

Thuis in taal: zeven stappen voor leraren om samen met álle ouders een taalrijke omgeving te bieden aan jonge kinderen.


Goede afspraken

Ook al zijn er de nodige hindernissen geweest, uiteindelijk zijn er zo’n 10 gezinnen bereikt die heel enthousiast zijn. Hoogenboom: “We kijken tevreden terug op wat we voor elkaar hebben gekregen. De vrijwilligers zijn uitgenodigd voor een uitgebreide rondleiding door de bibliotheek. Van de bibliotheek kregen ze een tas vol informatie en van Stichting Mano een abonnement. Er zijn daar meteen goede afspraken gemaakt over het aantal contactmomenten. Ouders en vrijwilligers kregen het zakelijk telefoonnummer van de bibliotheekmedewerker voor vragen. Ook konden ouders betaald lid worden, en natuurlijk schreven we de kinderen gratis in als lid wanneer de ouders dat wilden. Er liggen nu plannen om een bijeenkomst te organiseren speciaal voor deze ouders van de VoorleesExpress. Dat is er door corona helaas nog niet van gekomen.”

Maatwerk

Na de tussenevaluatie is besloten het project door te zetten, maar nog wel op basis van een pilot. “We gaan ons in 2023 richten op de wijk Feyenoord, waar 1 op de 3 ouders laagtaalvaardig is." Winst ligt volgens Hoogenboom in de afstemming met de vrijwilligers van de VoorleesExpress. Los van dat het onderling overleg en de afstemming met de vrijwilliger beter kan, is het volgens haar ook de vraag hoe ver je als professional kunt gaan. ‘Hoeveel ruimte kan ik innemen, hoe vaak kan ik bijvoorbeeld een ouder bellen?’ Hoogenboom: “Het omgaan met vrijwilligers is maatwerk, en een kwestie van aanvoelen.”

Compassie en inleving

Ga eerst maar eens praten met die ouders, daarna komt dat boek wel. Dat is een handig hulpmiddel, niet het doel.

Hoe zorg je er nu voor dat je het programma duurzaam kunt inzetten? Hoogenboom: “Dit moet in de toekomst een vaste taak worden van elke bibliotheekmedewerker. De professionals zien echt het belang ervan in. Maar het is nog wel zoeken. In de toekomst moeten we nadenken over welke kwaliteiten een bibliotheekmedewerker moet beschikken. Een ouder moet het gevoel hebben dat hij of zij welkom is, en dat vraagt dus om compassie, gelijkwaardigheid, flexibiliteit en inlevingsvermogen. Het begint allemaal met interactie. Ga eerst maar eens praten met die ouders, daarna komt dat boek wel. Dat is een handig hulpmiddel, niet het doel.”



Vorige
Vorige

Vacature Senior Leesconsulent (V.O.)

Volgende
Volgende

De dag van de Jonge Jury ‘22 door de ogen van een adviseur leesbevordering.