Fictie lezen in het hoger onderwijs #1

Door: Evelyne van der Neut Projectleider WERKplaats Taal bij Hogeschool Rotterdam
-

Heel Rotterdam Leest zet in op leesplezier. Maar wát moeten al die jongeren dan lezen? Kranten, websites, de achterkant van een shampoofles…? Je kunt daar natuurlijk plezier aan beleven, maar het plezierigst is natuurlijk het lezen van fictie. Waarom zouden we onze studenten speciaal moeten motiveren juist een goed verhaal te lezen?

Hoger onderwijs: literatuur is voor de leuk

Twee argumenten daarvoor zijn samen te vatten als ‘socialisatie’ en ‘persoonsvorming’ (beide begrippen uit het denken van Gert Biesta). Het onderwijs heeft niet alleen als taak jongeren uit te rusten met kennis en vaardigheden (‘kwalificatie’), maar dient ze ook te ‘vormen’. Via literatuur krijg je ten eerste toegang tot cultuur en samenleving. Kort door de bocht: hoe meer auteursnamen je kent, hoe belezener je overkomt. En ja, dat kan deuren openen. Je kunt trouwens terecht vraagtekens zetten bij wélke auteurs je dit voordeel opleveren, hoe divers die ‘canon’ is en wie de ‘poortwachters’ zijn die hem samenstellen. Ten tweede vormt fictie je als persoon. Verhalen zijn een spiegel waarin je jezelf kunt leren kennen.

Maar daarmee heb ik nog niet mijn eigen collega’s in het hoger onderwijs overtuigd. Want waar socialisatie en persoonsvorming terechte onderdelen zijn van het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs, onder de noemer van het ‘algemeen vormende karakter’ van het onderwijs, stellen de meeste opleidingen in het hoger onderwijs zich vaak primair de taak op te leiden voor een specifiek vakgebied. Studenten leren een goede journalist, bedrijfseconoom of jurist te worden – een geslaagd persoon en een goede burger zijn ze al. Of anders gezegd: in hbo en wo lezen studenten studieteksten. Literatuur is voor de leuk.

Toch is er ook met het oog op het latere beroep een belangrijke rol voor literaire teksten weggelegd. Ik bespreek er hieronder twee en in een volgende blog nóg twee.

Leren via verhalende teksten

Kennis kun je opdoen door feitelijke teksten te lezen. In aanvulling daarop kun je ook via verhalende teksten veel leren, bijvoorbeeld over andere culturen of historische contexten. Op twee punten zijn verhalen namelijk uniek: ten eerste zijn verhalen door de bank genomen leuker om te lezen. Een verhaal trekt je mee in de ervaring, waardoor je niet alleen met je intellectuele brein leest, maar ook emotioneel betrokken bent. En dan lees je misschien ook wel beter en nauwkeuriger. Ten tweede leveren verhalen een specifieke vorm van kennis op, namelijk over de belevenis van individuen (de personages). Martha Nussbaum schrijft in ‘How to write about poverty’ dat een goed verhaal (ook literaire non-fictie) meer kan bereiken dan een boel data. Thomas Piketty doorspekte zijn bestseller-baksteen Kapitaal in de 21e eeuw niet voor niets met voorbeelden uit de romans van Jane Austen en Honoré de Balzac. Op literatuurengeneeskunde.nl verzamelen Arko Oderwalt en collega’s romans, poëzie, biografieën en films die samenhangen met verschillende ziektebeelden. Artsen en verpleegkundigen in opleidingen kunnen via die verhalen leren hoe het is om te leven met een terminale ziekte en hoe er in de literatuur wordt gekeken naar de rol van de arts.

Meer empathie met lezen

Van lezen word je een socialer mens. Dat zat natuurlijk al verpakt in het kennisargument; empathie is de motor die de kennis uit literatuur dichterbij brengt én is de specifieke vorm van kennis die literatuur biedt. Je kunt studenten leren over wanneer psychiatrische hulp in een gedwongen kader noodzakelijk is en met ze bespreken hoe iemand dat ervaart door Leonora Carrington, Ken Kesey of Myrthe van der Meer te lezen. Maar je kunt ook in meer algemene zin aan de hand van literaire verhalen studenten leren vanuit verschillende standpunten naar een kwestie te kijken. Door literatuur te lezen, reis je mee in het hoofd van een ander. Extreme voorbeelden zijn verhalen over ‘foute’ personages als Humbert Humbert in Vladimir Nabokovs Lolita – het gesprek dat op gang kan komen door empathie te voelen voor iemand die fouten begaat, kan heel waardevol zijn zowel de persoonlijke als de professionele ontwikkeling van een student. In de inleiding op een themanummer van het vakblad Culture and Organnizaation beschrijven de auteurs hoe zij met studenten Bedrijfskunde een leesclub zijn gestart. Hun doel was om empathie te trainen voor het niet-menselijke, opdat zij in hun latere werk zouden handelen met oog voor de natuur.

Welke aandacht geef jij aan fictie bij je studenten?

Hopelijk zijn dit al voldoende redenen en aanknopingspunten om ook met jouw studenten fictie te lezen. De organisatie van Heel Rotterdam Leest komt graag met je in contact als je inspiratie of ondersteuning nodig hebt. En natuurlijk horen we erg graag wat het je studenten heeft opgeleverd.

Nog niet helemaal overtuigd? In deel twee ga ik in op nog twee argumenten: ethiek en beroepsidentiteit.

Vorige
Vorige

Fictie lezen in het hoger onderwijs #2

Volgende
Volgende

Gezocht! Leesambassadeurs