Vrij lezen, hoe vrij is dat?

Er zullen niet veel scholen zijn die niet aan vrij lezen doen. Dat is een goede keus, want leerlingen moeten leeskilometers maken en liefde voor lezen krijgen.

Maar – we duiken even terug in de tijd – in 2000 bracht in de VS het National Reading Panel een advies uit over leesonderwijs. Onderdeel van dat advies was dat scholen maar moesten stoppen met vrij lezen, want onderzoek liet zien dat leerlingen hiermee geen betere lezers werden. Tien jaar later verscheen het boek Silent Reading Revisited van Hiebert en Reutzel (2010). Een heel boek over vrij lezen en alles wat ermee te maken heeft. De boodschap was: vrij lezen is zeker nuttig, maar denk erover hoe je het aanpakt.

Nu leven we in 2022 en als het om lezen gaat, is de dalende leesmotivatie (Gubbels. 2017) een hot topic. Juist die leesmotivatie zou je met vrij lezen moeten kunnen stimuleren, want wie wil er niet lekker lezen in een zelfgekozen boek? Maar toch, vrij lezen leidt niet automatisch bij alle leerlingen tot leesmotivatie. Er zijn leerlingen die hun boek voor zich hebben maar niet echt lezen, leerlingen die er maar niet in slagen een boek te kiezen, leerlingen die net onder het lezen naar de wc willen, enzovoort. Hoe keren we dit ten goede?

Reutzel e.a. (2010) wijzen op een aantal zaken waarmee het vrij lezen verbeterd kan worden, op zo’n manier dat leerlingen betrokken raken bij het lezen. Dat leidt ertoe dat ze bij het vrij lezen ook daadwerkelijk hun leeskilometers maken en daardoor leesvaardiger worden. Vier zaken zijn van belang:

  1. Het zelf kiezen van boeken door leerlingen

  2. Betrokkenheid van de leerling en de aan lezen bestede tijd (time on task)

  3. Verantwoording door leerlingen

  4. Interactie tussen leerkrachten en leerlingen, en leerlingen onderling, over wat ze gelezen hebben.

Kiezen van boeken

Helpen met kiezen werkt. Ten eerste is het belangrijk de bibliotheek zo in te delen dat de kenmerken van boeken, leesniveau en genre eenvoudig te herkennen zijn. Veel verschillende genres aanbieden geeft effect. Uit onderzoek (Reutzel e.a.) is namelijk bekend dat zo veel mogelijk ‘breed lezen’ leidt tot meer leesmotivatie dan zo veel mogelijk pagina’s, zo veel mogelijk boeken of zo veel mogelijk tijd lezen. Bied leerlingen boeken aan die aansluiten bij eigen leesvaardigheid met, enigszins ruime marges. Recent onderzoek (Merke e.a., 2022) laat zien dat het inperken van de keuze tot het eigen leesniveau van de leerlingen (met een stukje daaronder en een stukje daarboven), goed werkt. Keuze is goed, maar kunnen kiezen tot in het oneindige is niet zinvol. Daarentegen, wanneer een leerling ontzettend geïnteresseerd is in een boek dat officieel te moeilijk is, dan is dat geen bezwaar.

Om leerlingen goed te leren kiezen pleiten Reutzel e.a. er in hun publicatie zelfs voor leerlingen een of meer lessen aan te bieden rond het kiezen van een boek. Onderdeel daarvan is de bekende ‘3-vinger-‘ of ‘5-vinger methode’: lees een bladzijde en steek bij elk onbekend woord een vinger op. Zijn dat er drie (lagere groepen) of vijf (hogere groepen), dan is het boek te moeilijk en kun je beter een ander boek kiezen.

Betrokkenheid en verantwoording

Punt 2 en 3 uit het artikel van Reutzel e.a., betrokkenheid/time on task en verantwoording door de leerlingen neem ik hier samen, want ze liggen in elkaars verlengde. Wanneer leerlingen lezen moeten ze zich verantwoordelijk voelen voor hun leestaak en de tijd die ze eraan besteden. Is die verantwoordelijkheid er niet dan zijn ze bijvoorbeeld de volle tijd bezig met kiezen van een boek, praten ze of zitten ze met een boek, maar lezen ze niet. Het moet duidelijk zijn voor de leerlingen dat ze tijdens het stillezen werken aan vergroting van hun leesvaardigheid. Leerlingen moeten veel lezen, leerkrachten moeten hen begeleiden en leerlingen moeten verantwoording afleggen. Begeleiden van leerlingen kan gebeuren met zgn. running records waarbij de leerling hardop denkend leest en de leerkracht aantekeningen maakt, en met leesgesprekken. Leerlingen verantwoording laten afleggen kan door middel van zelf-evaluatie. Denk daarbij aan leeslogboeken, bijhouden uit welke genres ze boeken hebben gelezen of opdrachten uitvoeren als een recensie schrijven, een portret van de hoofdpersoon schrijven, of twee boeken vergelijken door overeenkomsten en verschillen te benoemen.

Interactie

Interactie moet een vast onderdeel zijn bij het vrij lezen. Dat leerlingen van te voren weten dat er op gezette tijden over de inhoud van de boeken gesproken zal worden, zorgt ervoor dat ze lezen met een doel en dat ze hun leesvaardigheid op een authentieke manier kunnen oefenen. Onderzoek heeft laten zien dat interactie rond boeken motiveert tot meer lezen, zelfs bij leerlingen met leesweerstand en dat leerlingen beter worden in leesbegrip (en schrijven). Ook verhoogt het de waardering voor boeken. Gesprekken over tekst moeten zich richten op hogere-ordevragen die leerlingen meenemen in het samenvatten en evalueren van de inhoud. En het geeft de leerlingen eigenaarschap omdat ze trots zijn dat ze kunnen vertellen wat ze gelezen hebben, wat de handeling betekenisvol maakt. Wat is hier de rol van de leerkracht? Een veel gehoord advies is dat de leerkracht voor de leerlingen een model van een goede lezer moet zijn en dus zelf ook een boek moet lezen tijdens het vrij lezen. Maar zo’n goed advies is dat niet. Het maakt het ten eerste moeilijk om de lezers in de klas te volgen en te helpen waar nodig, en ten tweede is het niet echt effectief voordoen. Modellen van wat een goede lezer is komt veel beter tot zijn recht als de leerkracht op een enthousiaste manier boeken introduceert, voorleest uit fantastische boeken, boeken met de leerlingen bespreekt en leerlingen ondersteunt bij leesvaardiger worden en het plezier beleven aan boeken.
Interactie kan voor, tijdens en na het lezen plaatsvinden. Vooraf door ervaringen rond boeken te delen in boekgesprekken. Tijdens het lezen kan er tijd ingeruimd worden (bijvoorbeeld één keer per week) om in te gaan op de inhoud van de boeken met de kaartjes van Chambers. Deze bevatten vragen die leerlingen helpen in het boek te duiken en anderen te vertellen over hun leeservaringen. De kaartjes zijn vrij te downloaden op het web, evenals overigens allerlei andere kaartjes en ‘prompts’ om gesprekken over gelezen boeken op gang te brengen. Googel maar eens op iets als ‘innovative reading activities’, iets dat wij voor Nieuwsbegrip Fictie ook gedaan hebben.
Na het lezen kunnen er ook weer boekgesprekken gehouden worden, of kunnen leerlingen samenwerken aan opdrachten. Wanneer leerlingen een recensie schrijven kunnen ze dat ook samen doen.. Eerst schijven ze zelf hun eigen recensie, daarna lezen ze elkaars versie, bespreken ze de inhoud, geven ze elkaar feedback, en schrijven ze hun definitieve versies. Die kunnen dan bijvoorbeeld een plek, en een functie, krijgen in de schoolbibliotheek.

Tot zover deze suggesties om het vrij lezen rijker te maken. Nog één tip om in de klas goed aan de gang te kunnen gaan met boeken: ga als leerkrachten in een team samen boeken lezen en deze bespreken. Hoe meer je leest, hoe meer ideeën er ontstaan.

Verwijzingen

Hiebert, E., & Reutzel, D. (2010). Revisiting Silent Reading: New Directions for Teachers and Researchers.

Merke, S., Ganushchak, L., & Van Steensel, R. (2022). Verrijkt vrij lezen: Een meta-analyse van de effecten van toevoegingen aan vrij lezen. Stichting Lezen.

Reutzel, D. R., Fawson, P. C., & Smith, J. A. (2008). Reconsidering Silent Sustained Reading: An Exploratory Study of Scaffolded Silent Reading. The Journal of Educational Research, 102(1), 37–50.

Vorige
Vorige

Lize Spit schrijft het Boekenweekgeschenk 2023

Volgende
Volgende

9 november: Gratis evenement voor leesambassadeurs én geïnteresseerden.