5 tips om het plezier in lezen te vergallen

Geschreven door:
Annemieke Boxem Specialist Educatie Jongeren, Bibliotheek Rotterdam

5tipsomhetplezierinlezentevergallen.jpg
 

Tip 1: Vertel kinderen hoe belangrijk lezen is.

“Jahaa ik weet het, grotere woordenschat, teksten beter begrijpen, bla bla bla, maar lezen  is gewoon stom.”

Het is belangrijk om te vertellen wat het je allemaal kan brengen als je vaker leest. Een grotere woordenschat, concentratie, empathie, plezier etc. Maar alleen maar vertellen hoe goed het voor je is, is niet voldoende en doe dat zeker niet te vaak.

Wat dan wel?

Verleid de leerlingen
Zien lezen, doet lezen en practise what you preach. Lees je alleen in de vakantie, omdat je het verder in het jaar te druk hebt? Hoe kan je dan van je leerlingen verwachten dat ze geregeld lezen?

Welk boek zit er in jouw tas? Praat met leerlingen over je eigen leeservaringen. Vertel ze met passie wat het met je doet, wat je voelde en wat je raar of mooi vond aan een boek. Ga dat gesprek ook aan met de leerling die wil vertellen over zijn of haar ervaring. Vertel eens over je weekend, dat je lekker in de hangmat lag met een boek. Dat klinkt verleidelijk en dat is wat een goede leesbevorderaar doet, verleiden.


Tip 2: Zorg voor veel frisse boeken

Sofie (14) zit in 2 havo. De les van Sofie begint altijd met 20 minuten lezen. In de bibliotheek van school kan ze geen leuke boeken vinden. De schoolbibliotheek is wel beter dan op haar vorige school. Daar rook het altijd een beetje raar en de bladzijdes waren vergeeld. In deze bibliotheek staan veel, heel veel boeken. De keuze is enorm. Ze heeft maar vijf minuten om een boek uit te zoeken en er lopen steeds mensen langs die haar afleiden. Tijd en rust om een achterflap te lezen is er niet. Ze pakt een boek met een lief kijkend vosje op de voorkant,

In de klas probeert ze zich te concentreren op het boek. Dat lukt niet goed. De docent tikt driftig op het toetsenbord, de wiskundedocent komt binnen om iets te vragen.

Ze snapt geen bal van het verhaal. Het gaat niet eens over een vos. De zinnen zijn lang en in elke zin zit er wel een woord dat ze niet kent. Als ze aan de docent vraagt om het boek te ruilen krijgt ze te horen dat ze maar heel even door moet zetten.

Alleen een kast met boeken is dus niet voldoende. Een grote collectie leidt alleen maar tot meer keuzestress. Hoe moet je een keuze maken? Een onmogelijke opgave als je in de schoolbibliotheek van Sophie staat zonder hulp. Als je niet binnen vijf minuten het goede boek pakt, zit je minimaal een week vast aan iets wat je verafschuwt.

Zorg ervoor dat leerlingen het juiste boek kunnen vinden
Hier is helaas geen goedkope oplossing voor. Dit kan een docent er niet even bij doen. Je hebt een medewerker nodig met boekenkennis die bijvoorbeeld thematafels kan inrichten. Die een collectie kan aanschaffen die niet te groot is, maar wel divers genoeg.  Een mediathecaris in de school die de leerling kan helpen door boekgesprekjes te voeren met de leerling. Welke leesvoorkeuren heeft de leerling?  Waar zit de weerstand? Een logboekje met de leeservaring van de leerling kan daarbij helpen. (Dit logboekje is een hulpmiddel en niet bedoeld als een controlemiddel). 

Een boek waar de leerling zich doorheen moet worstelen, heeft geen enkel nut. Ik heb meerdere docenten horen zeggen dat niet alles in het leven leuk hoeft te zijn en dat er toch ook niet wordt gesproken over rekenplezier. Als een leraar deze overtuiging heeft draagt dat niet bij aan een leven lang lezen. Als je leerling niet van lezen houdt, heeft zij nog niet het juiste boek gevonden. Ergens ligt het voor hem klaar en een goede leesbevorderaar helpt met zoeken.

Tip 3: Geef ze uitdagende boeken

Er is op school veel aandacht voor technisch lezen, begrijpend lezen en spelling. Er is maar een beperkte aandacht voor het vergroten van literaire competenties. Het vermogen om literatuur te lezen, te begrijpen en te waarderen.

Dit vermogen is niet aangeboren, maar moet je stapsgewijs bij leerlingen ontwikkelen. Je kan een middelbare scholiere niet zomaar een roman van Harry Mulisch  geven en verwachten dat zij een plezierige leeservaring heeft. Literatuuronderwijs is effectiever naarmate het beter aansluit bij het competentieniveau van de leerling. Als een leerling boeken leest die te moeilijk zijn, zal hij ontmoedigd of gefrustreerd raken. Dit draagt niet bij aan een leven lang lezen. Een jongere die weinig leest, moet je eerst over de streep trekken en laten ontdekken dat lezen ook leuk kan zijn. Dat doe je in eerste instantie door hem boeken te geven die aansluiten bij zijn belevingswereld en interesses.

Leer leerlingen in stappen lezen
Het leven van een loser, de boomhutserie of veertien delen van de grijze jager is een prima begin. Als die bodem is gelegd, kun je een leerling kennis laten maken met verschillende genres en onderwerpen en zijn eigen leesvoorkeuren laten ontdekken. Maar dat kunnen de meeste leerlingen niet zelf. Dit vraagt aandacht en interesse van een leesbevorderaar. Voorlezen, praten over boeken en een rolmodel zijn.

Theo de Witte heeft onderzoek gedaan naar een doorlopende leerlijn op het gebied van literaire competenties. We maken onderscheid tussen belevend lezen, herkennend lezen, daarna reflecterend en interpreterend lezen. Ten slotte kom je aan bij letterkundig en academisch lezen.

Dus ja, geef ze een uitdagend boek. Maar sla niet te veel stappen over. Het begint met je comfortabel voelen in het niveau dat je beheerst, alvorens je toe bent aan het volgende niveau.

Lees meer over literaire competenties niveau 1 tot en met 6 op de website van Lezen voor de lijst.

Tip 4: Bepaal het juiste leesniveau

Het juiste leesniveau bepalen wordt nu op een manier gedaan die geen recht doet aan de werkelijke capaciteiten van de leerling. Overschatting en onderschatting liggen op de loer.

Het begint met de AVI-toetsen in het primair onderwijs. Een tekst zo snel mogelijk zonder fouten kunnen voorlezen is het criterium voor het bepalen van de leesvaardigheid. Of de leerling de tekst begrijpt of de betekenis van de woorden kent, is tijdens het bepalen van het AVI-niveau op de basisschool van ondergeschikt belang.

De leerling krijgt vervolgens boeken aangereikt die passen bij zijn of haar AVI-niveau. Maar hoe kan je een boek uitdagend vinden als je alle woorden vloeiend uitspreekt, maar totaal niet weet waar het over gaat? Aan de andere kant heb je kinderen die snel zijn afgeleid of zenuwachtig worden van een dergelijke toets. Ze worden in een te laag AVI-niveau ingedeeld, waardoor ze geen toegang krijgen tot uitdagende boeken.

Vind uit of een boek te moeilijk of makkelijk is
Om een idee te krijgen van het niveau van de leerling is het veel interessanter om te luisteren naar de intonatie van de voorgelezen tekst. Een leerling die goed kan lezen, zegt met een bozige stem. “Het is nu afgelopen, dit experiment is afgelopen”, zei de meester kwaad. De leerling is in staat geweest om vooruit te lezen.

Om een tekst goed te kunnen begrijpen moet je 95% van de tekst begrijpen. Een goede methode om erachter te komen of een boek te moeilijk of te makkelijk is, is de vijf vingermethode. Lees 20 zinnen en steek elke keer een vinger op als je een woord niet kent. Een boek past goed bij de onzekere lezer als hij twee vingers heeft opgestoken. Drie vingers voor leerlingen die lezen niet vervelend vinden. De lezer die plezier heeft in lezen kan een tekst aan met vier onbekende woorden.

Laat de leerlingen een boek kiezen met een passende hoofdpersoon
Er is verder nog een hardnekkig misverstand onder docenten. Ik krijg vaak van leerlingen te horen dat ze geen makkelijke B-boeken mogen lezen, maar moeten gaan voor de moeilijkere C-boeken. Maar de letters die bibliotheken toekennen aan boeken, zijn helemaal niet gebaseerd op moeilijk of makkelijk. Het is een soort kijkwijzer. Het zegt alleen maar iets over de leeftijd. 

Boeken passen goed bij jou als de hoofdpersoon net zo oud is of net iets ouder dan jijzelf. In B-boeken is de hoofdpersoon vaak 12 jaar oud. In C-boeken 16 jaar en in D-boeken gaat het over jong volwassen.

Als we het bijvoorbeeld over het onderwerp liefde hebben in deze boeken, dan hebben we het over kriebels in de buik (A), verliefd (B), kussen (C) en seks tussen jongeren (D).

Laat de leerlingen lezen wat ze willen lezen
Dan ontmoet ik ook leerlingen van 15 jaar die van hun leraar geen jeugdliteratuur of young adult mogen lezen voor school. Ik zie er echt de meerwaarde niet van in. Waarom moeten leerlingen lezen over gecompliceerde relaties tussen volwassenen. Over onderwerpen die ver van hun bed staan, zoals het hebben van kinderen, worstelen met het ouder worden of overspel.

Ik pleit er voor om de letters meer los te laten en meer te kijken naar de kwaliteit van boeken.

Als jouw leerling plezier beleeft aan onderstaande boeken en de gelaagdheid hier uit kan halen, kan je stellen dat je leerling al heel wat literaire competenties bezit.

  • Marco Kunst - Waterwaack van Natterlande (B) of Isa’s droom (C)

  • Simon van der Geest - Spinder (B)

  • Erna Sassen - Er is geen vorm waarin ik pas (D)

  • Jowi Smit - Weg (D)

  • Koos Meinderts - De zee zien (D) Naar het noorden (B)

  • Marjolein Hof - Moeder nummer nul (B)

  • Anna Woltz - De tunnel (C)

Tip 5: Gebruik actuele teksten

Lezen over de actualiteit is interessant, maar het helpt niet om leerlingen te enthousiasmeren voor lezen. Stop de leeslessen met losse actuele teksten en vragen over de tekst. Leerlingen, vooral de minder taalvaardigen, missen de woordenschat en achtergrondkennis om losse teksten over willekeurige onderwerpen goed te begrijpen. Leer lezen aan de hand van thema's: dat werkt voor alle leerlingen beter!

Leer leerlingen lezen met thema’s
Een rijtje woorden leren voor een toets is geen probleem voor velen, maar weten ze die woorden twee weken later nog? Grote kans van niet. Maar ben je acht weken lang met een thema aan het werk, dan krijg je dezelfde woorden in verschillende contexten aangereikt. Een veel grotere kans dat de woorden beklijven. Vraag aan iemand van de bibliotheek of boekhandel of er fictieboeken zijn over het thema dat je behandelt en maak daar een thematafel van.

Wat ook echt niet ontmoedigd hoeft te worden, is als leerlingen verknocht raken aan een serie. Als docent zie je misschien graag wat meer afwisseling, maar 15 delen grijze jager is wel 6000 bladzijdes vol met woorden die steeds worden herhaald. Je wordt helemaal ondergedompeld in het taalgebruik van de schrijver.

Een leven lang plezier in lezen, lezen, lezen
Tot slot:
Versterkende factoren voor een leven lang lezen bereik je door in te zetten op de intrinsieke motivatie van je leerlingen. Het vertrouwen in het eigen kunnen te vergroten en vooral veel plezier. Help ze daarbij met expertise, een goede collectie en tijd om te lezen in de lessen.

Vorige
Vorige

Rotterdamse scholen geven startsein leesoffensief met manifest‘Heel Rotterdam Leest’